Pickleball is een razendsnel groeiende sport die elementen combineert uit tennis, badminton, tafeltennis en zelfs volleybal. Deze dynamische sport kan zowel binnen als buiten gespeeld worden, en is toegankelijk voor jong en oud, beginners én gevorderden. In deze gids leggen we je de vijf belangrijkste spelregels van pickleball uit, zodat je met vertrouwen aan je eerste match kunt beginnen.
1. Het pickleballveld en materiaal
- Pickleball wordt gespeeld op een rechthoekig veld van 6,10 meter breed en 13,41 meter lang, exact hetzelfde formaat als een dubbelspel badmintonveld.
- Het veld is verdeeld in een linkse en rechtse servicevak en bevat ook een niet-volleyzone van 2,13 meter aan beide zijden van het net. Deze zone staat beter bekend als de "kitchen".
- Het net is 91,5 cm hoog aan de zijkanten en 86 cm in het midden.
Spelers gebruiken een stevige pickleball paddle (racket) en een geperforeerde kunststof bal, vergelijkbaar met een wifflebal. Er zijn paddles in allerlei prijsklassen en niveaus, van beginners tot professionele spelers.
2. Hoe werkt het scoren in pickleball?
- Een standaard pickleballwedstrijd wordt gespeeld tot 11 punten, met een verplichte voorsprong van minimaal 2 punten om te winnen. Soms wordt er tot 15 of 21 punten gespeeld, afhankelijk van het type wedstrijd.
- Enkel de serverende partij kan punten scoren.
- Een punt wordt toegekend wanneer de tegenstander een fout maakt, zoals de bal buiten slaan, de bal in het net slaan, de bal niet kunnen terugslaan of op tijd retourneren
3. Serveren bij pickleball
Elke rally begint met een onderhandse opslag. Dit mag via een “drop serve” of een klassieke onderhandse slag. De serveerder moet achter de achterlijn blijven en de bal diagonaal naar het tegenoverliggende servicevak serveren.
In dubbelspel:
- Beide spelers van een team mogen serveren voordat het serveerrecht overgaat naar de tegenpartij (dit heet een “side-out”).
- De eerste serve komt altijd van de speler aan de rechterkant.
- Als de serveerder een punt wint, blijft die speler serveren, wisselend van kant.
- Als de rally wordt verloren, neemt de tweede speler van het team de opslag over.
- Na beide servers gaat het serveerrecht naar de tegenpartij.
In enkelspel:
- De server wisselt na elk punt van servicevak.
- Staat jouw score op een even getal? Dan serveer je van rechts. Bij een oneven score serveer je van links.
4. De 2-bounce regel
Pickleball kent een unieke regel die de eerste slagen van een rally vertraagt: de two-bounce rule. Na de opslag moet de bal eerst één keer botsen bij de ontvanger én daarna één keer bij de serveerder, voordat de bal zonder stuit (als volley) mag gespeeld worden. Deze regel voorkomt dat punten te snel eindigen en zorgt voor langere rally’s.
Let op: het negeren van deze regel leidt tot een fout en dus een punt voor de tegenstander.
5. De niet-volleyzone (de "kitchen")
De kitchen is een cruciale zone in pickleball. Het is het gebied van 2,13 meter aan beide zijden van het net waarin niet mag gevolleyd worden (de bal slaan voor hij botst).
Stap je tijdens een volley in deze zone, zelfs als je uit balans geraakt door je beweging, dan geldt dat als een fout.
Wat mag wel?
Je mag in de kitchen stappen om een bal te spelen die gestuiterd is.
Je mag na het slaan van een bal in de kitchen blijven, zolang het geen volley was.
Samenvatting: Starten met pickleball
Door deze vijf basisregels van pickleball onder de knie te krijgen, ben je klaar om het veld op te gaan. Of je nu voor je plezier speelt of competitief aan de slag wil, met deze basiskennis maak je alvast een vliegende start.